Twee kuddes

Wij zijn twee broers afkomstig uit Kortijk (België) aan de Leie met een schapenfokkerij in België. De naam van onze fokkerij de Leieburgh verwijst naar enerzijds de Leie die door onze geboortestad stroomt en anderzijds onze familienaam 'Verburgh'. 

Onze familiekudde bestaat uit 2 delen: Het ene deel van de schapen wordt voorlopig nog in Kortrijk gehouden, dit deel verhuist vermoedelijk de komende jaren naar de regio tussen Oudenaarde en Gavere. Dit deel begraast rijke weides op vette Kortrijkse kleigrond. 

Het andere deel begraast afwisselend verschillende weides in de Druivenstreek tussen Brussel en Leuven. Hier gaat het om iets armere weides in Sterrebeek en Duisburg met ook wat bramen, struiken en bomen op. Er worden ook twee kleine fruitboomgaarden begraasd in Tervuren en Overijse. 

Twee doelen

Vanuit onze beroepen van arts en ingenieur architect proberen wij bij onze fokkerij te streven naar zowel gezondere, sterkere dieren en mooiere, verbeterde dieren. De doorgedreven selectie op gezondheid en ons weidemanagement reduceert drastisch de nood aan medicatie bij onze dieren. Het gaat om een nagenoeg 'biologische' vorm van schapenhouderij.

Bij de begrazing worden de terreinen proper gehouden maar is er toch oog voor de natuur. Er wordt getracht de biodiversiteit aan weidebloemen hoger te houden dan door maaien bekomen kan worden. Dit gebeurt evenwel zonder de boel te laten verwilderen. De verspreiding van bramen wordt een halt toegeroepen door de schapen maar ze worden niet radicaal verwijderd. Dit biedt voor de lokale fauna een toevluchtoord. Netels worden in het najaar afgegraasd en in de zomer handmatig gemaaid met het uitsparen van enkele bosjes waar de dagpauwoog rupsen/vlinder kan ontwikkelen. Bijvoederen van de schapen wordt hoofdzakelijk beperkt tot hooi tijdens de wintermaanden. Dit zorgt dat de stikstofhoeveelheid in de grond niet verder toeneemt wat de groei van netels en distels beperkt.