Herkomst

Oud schapenras

De Wiltshire Horn is een schapenras dat afkomstig is van de Wiltshire Chalk Region in Zuid-Engeland. De grootste stad is Swindon met 180000 inwoners, daarna Salisbury (42000 inwoners) ook bekend om 'Solsbury Hill'. De Salisbury Plain vlakte is onder meer ook bekend om de Mesolithische steencirkel monumenten in Stonehenge en Avebury. Het gebied wordt doorkruist door de rivier de 'Avon'. De Wiltshire Downs is een heuvelig gebied met een kalkige bodem. De landbouw is er al sinds de oudheid voornamelijk schapenhouderij.

Tot in de 18de eeuw was het Wilshire Horn schapenras één van de meest dominante in Zuid-Engeland voor vleesproductie. De vraag naar wol steeg waardoor het kortharige ras in onbruik raakte. De horens werden minder populair naarmate schapen vaker in een omheining gehouden werden. 

Hoe de dieren waaruit het ras oorspronkelijk ontstond in het Verenigd Koninkrijk terecht gekomen zijn is niet bekend. Hun afkomst zou al honderden jaren terug kunnen gaan of zelfs duizenden. Mogelijks gaat het om dieren die door de Romeinen of zelfs de Feniciërs meegebracht werden als ruilmiddel tegen koper en tin. [1]

De oudste zekere documentatie over het ras zelf dateert van een schrijver genaamd Luccock in 1794:  "De reiziger zal zien hoe goed de dieren, die de Wiltshire heuvels begrazen, in hun bouw en gedrag aangepast zijn aan de bodem. Deze boerderijen vereisen een actief lichtvoetig, actief dier dat zonder blessures grote afstanden kan afleggen in korte tijd. Een dier dat steile hellingen kan beklimmen, de zomerse hitte zonder beschutting kan weerstaan en voldoende voedsel heeft met kruiden en gras van droge duinen.  Iedereen die het Wiltshire gehoornde schapenras zou observeren, zal vinden dat het aangepast is aan zijn omgeving door de structuur, verdeling en lichtheid van zijn vacht."[1]

Hij schreef ook: "De schapen die vroeger op de duinen gehouden werden, waren de gehoornde Wiltshires met een grote kop en ogen, een aangenaam brede en diepe borst met rechte poten die er wat lang uitzien met brede botten. Hun vacht woog minder dan 1 kilogram en de ooien hadden geen enkele wol op de buik. [1]

In 1923 werd in Groot-Brittanië begonnen met de stamboek fokkerij toen het bijna uitgestorven is door de toename van de populariteit van wol. Een groep van een 40-tal fokkers redde het ras en stichtte de 'Wiltshire Horn Sheep Society'. Deze vereniging bestaat nu 100 jaar (2023). Het ras floreerde opnieuw tot de jaren 60. Toen werd het opnieuw bedreigd door de toegenomen populariteit van 'schapenhuiden' van de andere traditionele rassen. In de jaren 70 werd het opnieuw als een bedreigd ras beschouwd en beschermd. Door toename van de kwaliteit van de dieren door selectie en goede fokkerij groeide recent de populariteit weer. Verder leerde men de zelfruiende eigenschap beter appreciëren door afname van de opbrengst van wol sinds de opkomst van de synthetische kledingindustrie. De voorbije 20 jaar is het ras bijgevolg enorm toegenomen en ook naar het vasteland van Europa, Amerika en naar Australië geëxporteerd.  [9]

Sinds 1 juni 2007 is de Wiltshire Horn in Vlaanderen ook een door de Vlaamse overheid officiëel erkend Stamboekschaap. Vzw Kleine Herkauwers Vlaanderen houdt de stambomen bij. Zie stamboek.

Olieverf afbeelding, gepubliceerd in het 'Journal des intérets du sol. Parijs. Quai Voltaire, 21ste editie.' Wiltshire Sheep Breed - M.M. Michelsen - William Shiels - 1845 [4]

De afgebeelde dieren komen uit de kudde van M. Turner nabij Hindon, Wiltshire. [4]

The Old Wiltshire Breed - as seen by prof David Low (1841)  [5]