Kruisprogramma's

Wolvrije vleesproductie wereldwijd

In de wereld werd/wordt het ras ook veelvuldig ingezet voor verbetering van bestaande rassen door middel van kruisingen. 

Dit gebeurt voornamelijk om zijn goede vererving van zijn zelfruiende eigenschap zonder de bespiering fel te verminderen. Er is een wereldwijde tendens naar steeds meer productie van 'haarschapen' en minder 'wolschapen'. Dit komt omdat de waarde van wol afneemt en scheren een kost is. Daarnaast zijn zelfruiende rassen (haarschapen) veel minder gevoelig aan de oprukkende myasis (wolvlieg). Deze rassen kennen dus meer sterfte wat slecht is voor de productie. Met de opwarming van het klimaat komt de wolvlieg in meer gebieden gedurende de zomer langer voor.

Overigens biedt de Wiltshire Horn ook een goede voedsel-vleesomzetting zonder hierbij aan vruchtbaarheid of zelfstandigheid in te boeten. 

De Hampshire Down en Southdown is afkomstig van kruisingen tussen de lokale Wiltshire Horn en andere rassen zoals voornamelijk de Spaanse Merino die door de Engelse koning geïmporteerd werden voor de wolproductie. Deze rassen erfden hun vleesomzetting van de Wiltshire voorouders en werden er jarenlang op geselecteerd. De vruchtbaarheid van de vrouwelijke dieren uit deze rassen heeft onder deze doorgedreven selectie wel wat geleden. De Southdown en de Dishley Leicester werden gelijktijdig ontwikkeld rond 1800 respectievelijk door John Ellman en door Robert Bakewell. Deze rassen zijn nu teruggelopen en staan op de Rare Breed survival trust. Ze worden voornamelijk gehouden als 'Terminal sire' of afdekram wegens de grote vleesproductie. Ooien zijn omwille van hun lage worpgrootte en vruchtbaarheid minder interessant. De Hampshire Down doet het beter in aantallen, maar kent ook een zwaar inferieure vruchtbaarheid ten opzichte van de minder wollige en iets minder bevleesde voorouders. Bij genotyperings onderzoeken van Engelse schapenrassen ziet men nog duidelijk verwantschap tussen deze Down en Leicester rassen met de Wiltshire Horns.

Voorbeelden van recentere 'verbeterde rassen' zijn het 'Katahdin' schaap in Canada en de Verenigde Staten. De Katahdin is voornamelijk een vleesras bestaat voornamelijk uit Suffolk, Barbados en Wiltshire Horn. 

Het 'Easy Care' en 'Exlana' schaap in het Verenigd Koninkrijk, Easy care is een jong ras en werd door Mr. Iolo Owen ontwikkeld uit een enkele Wiltshire Horn moederlijn waarop rammen van andere rassen ingekruist en weer op Wiltshire teruggekruist waaronder Welsh Mountain rammen. Iolo Owen is opgegroeid op een Wiltshire Horn schapenboerderij. Hij ontwikkelde de easy care met als doel makkelijker schapenhouden met toch oog voor vleesproductie. De easy care is tevens hoornloos. 'Exlana' (geen wol meer) is nog recenter en nog meer op kostenefficiëntie gefocust, het kent een gelijkaardige geschiedenis als de Easy care, maar kan je meer vergelijken met iets meer bespierde, eveneens hoornloze Wiltshire Horn schapen. Er wordt door de ontwikkelaar Tim White momenteel sterk geselecteerd naar parasieten-resistentie en kostenefficiënte vleesproductie.

Het 'Maasduinenschaap' en 'Ruischaap' in Nederland en tenslotte het 'Nolana Schaf' in Duitsland (geen wol). Deze rassen werden beide gefokt op makkelijke, gezonde schapen met goede moedereigenschappen uiterst geschikt voor begrazing.

Zelf hebben wij beperkte ervaring uit onze vroege ervaringen met het ras waarbij we op verschillende rassen merkten dat de F1 gekruiste lammeren van onze Wiltshire ram beter presteerden dan de moederschapen van andere rassen zoals Zwartbles, Vlaams Melkschaap en ook enkele dwergrassen. De moedercapaciteiten van de kruisingen met Texelaars waren overigens ook beter, vooral het zelfstandig lammeren. De eindgrootte en gewicht bleek ook beter bij de F1 kruisingen dan van de Texelaar. Vooral de lengte verbeterde en de kruisingen hadden een diepere borst dan de Texel-lammeren. Bij de raszuivere schapen zijn de texelaar lammeren wel sneller op gewicht dan de raszuivere wiltshires wat men vooral merkt in de dikte van de bouten. De zuivere Wiltshires hebben iets langere poten en een beduidend langer lijf wat oa in meer lamszadel resulteert.